Agrariërs werken samen met kunststofindustrie aan een keten voor snoeihout

Agrarische natuurvereniging Veluwe IJssel Zoom (VIJZ) wil snoeihout beter tot waarde brengen. Daarvoor heeft De Innovatie Coöperatie hen in contact gebracht met Innodeen uit Lochem. Ludo Schennink (49), commercieel manager bij Innodeen, doet uit de doeken wat de partijen voor elkaar kunnen betekenen.

Innodeen is, zoals de naam al doet vermoeden, een innovatief bedrijf. Innodeen is partner in bedenken, ontwikkelen en produceren van innovatieve en duurzame maatwerkoplossingen met recyclebare kunststoffen en biocomposieten. Een biocomposiet is gemaakt van 72% vezels met een natuurlijke oorsprong, ingekapseld door 28% gerecycled Polypropyleen. Hierdoor behoudt het materiaal zijn natuurlijk uitstraling, maar heeft het een ongekend lange levensduur. ‘We zijn vooral bezig met productontwikkeling en duurzaamheid. Kunststof is steeds de basis. De oorsprong van Innodeen ligt in de kozijnindustrie. Door het gebruik van kunststof breidde zich het bouwgerelateerde productenscala uit’, legt Ludo uit. ‘De filosofie is: Waar andere materialen tekortschieten, komt onze innovatiekracht tot leven. Kunststoffen en biocomposieten bieden meer mogelijkheden, zoals aan het elkaar klikken en het maken van holle profielen. Er liggen mogelijkheden in de prefabbouw, maar vanuit de houtskeletbouw zijn er nog veel vooroordelen. Men denkt namelijk dat biocomposiet niet recyclebaar is. Het tegendeel is echter waar. Zo kent onze productie bijvoorbeeld geen afval, want afkortmateriaal wordt zeer eenvoudig vermalen en dient vervolgens als nieuw basismateriaal en datzelfde geldt natuurlijk ook voor het toegepaste product’

Van snoeihout naar biocomposiet

‘Biocomposiet is ook de link in onze verkennende samenwerking met de Vereniging Veluwe IJssel Zoom. Wat ik begrijp is dat het snoeihout dat deze vereniging verzamelt nu voornamelijk wordt verbrand. Het zou natuurlijk prachtig zijn om dat te upcyclen naar een waardevol product. Daarbij zijn we inmiddels zo ver dat we houtvezels uit oude pallets en sloophout gebruiken en combineren met gerecycled kunststof uit de bekende PMD-afvalbak of -zak. Hiervan maken wij circulaire gevelbekleding dat toepasbaar is in de woningbouw. Als het van pallets kan, waarom dan niet van snoeihout? We kijken hierbij als eerste naar de grondstof: Kunnen we van de snoeihoutvezels goede producten maken, zoals bijvoorbeeld gevelbekleding en wandelementen? Daarvoor onderzoeken we nu verschillende monsters snoeihout die van de agrarische natuurverenigingen komen. Naast VIJZ is inmiddels ook Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek (VALA) aangesloten. Bij het onderzoek naar de toepassing van snoeihout is NHL Stenden Hogeschool in Emmen betrokken. Aan de andere kant kijken we ook naar de afzet. Biocomposiet is in sommige gevallen als toepassing interessanter dan hout. En als we ook nog kunnen vertellen dat 72% van het biocomposiet uit regionaal snoeihout komt, waarmee we opgeslagen CO2 blijven vastleggen, maakt dit het verhaal absoluut sterker. Het is belangrijk om dit verhaal goed te vertellen en ook de onbekendheid rond biocomposiet weg te nemen. Dat betekent kennis beschikbaar stellen en informatie verstrekken, maar ook zorgen dat er een CO2-certificaat komt, zodat je kunt gaan rekenen met deze bouwmaterialen. Deze lobby doen we niet alleen, dat doen we samen met alle andere bedrijven die biocomposieten produceren.’

Gewoon doen is het motto

‘Ik schat de kansen voor snoeihout als toepassing in biocomposiet vrij hoog in. Het blijft tenslotte hout. Wel is van belang hoe we een redelijke hoeveelheid vezels van een redelijke kwaliteit krijgen? Dat gaat Saxion samen met agrarische natuurvereniging Veluwe IJsselzoom (VIJZ) voor ons in kaart brengen. De Innovatie Coöperatie begeleidt dit. Ook zijn er vragen als hoe ga ik het terug drogen en geschikt maken? Kunnen we vanwege de sterkte met zaagsel werken of zijn vezels beter. Dat betekent experimenteren voor ons.’ En welke uitdagingen liggen er voor de agrarische ondernemers? ‘Als we weten wat we willen hebben, is het de uitdaging de stroom constant te houden. Ook is een bepaald vochtgehalte en vezelgrootte nodig. Boeren kunnen hierin zelf ook veel betekenen. Dat vind ik ook het mooie aan dit project. De Innovatie Coöperatie helpt daarbij: ze staan met beide benen op de grond. Gewoon doen is het motto. Als er een serie monsters nodig is om proeven mee te doen, dan leveren ze die gewoon aan. Ik hoop en verwacht veel van het wilgenhout. Ik denk dat we hier profielen van kunnen maken en deze zijn heel goed toe te passen bij stallen in de agrarische sector’, zegt de geboren Achterhoeker. ‘Tijdens het Agro Innovatie Event op 24 november vorig jaar kwam er ook al een vraag binnen of het materiaal met snoeihout is te gebruiken als hokafscheiding in de varkenshouderij. Dat zou natuurlijk fantastisch zijn!’

Keten van snoeihout

‘Naast het snoeihout zie ik in de toekomst ook goede mogelijkheden voor snelgroeiende gewassen al hennep, vlas, zonnebloemen of silphie. Deze gewassen zijn geschikt voor vervezelen. Uiteindelijke gaat het over CO2-opslag. De snelgroeiende gewassen komen bij de productie van bouwmaterialen gunstiger uit in vergelijking met hout. Bovendien hebben we bij het gebruik van deze gewassen geen import nodig en dat betekent een veel kleinere footprint’, zegt de commercieel manager.
‘Door de vragen vanuit De Innovatie Coöperatie ben ik in contact gekomen met een groot potentieel aan snoeihout via de agrarische natuurverenigingen. We hadden het al wel eens geprobeerd via Rijkswaterstaat, maar daar kwam het niet van de grond. Ik had me nooit gerealiseerd dat boeren zo deel uitmaken van de keten van het snoeihout. Het zou mooi zijn als dat snoeihout niet in de verbrandingsoven of bij de afvalcentrale terecht komt. Het is geschikt om er door middel van upcycling iets moois van te maken. Platen kan altijd wel, nog mooier zou zijn als we er profielen van kunnen maken. Dat kost nog wel wat stappen, maar het enthousiasme is er. Ik vind mijn werk leuk en ik vind innovatie leuk; hoe kun je dingen beter maken. Dat enthousiasme dat straalt ons bedrijf ook uit. En hierdoor komen vaak zaken op ons af. Veel goede dingen beginnen met enthousiasme en betrokkenheid’, besluit Ludo Schennink.