Henrie wil meer grip op het voeren van zijn koeien

Henrie van Steenbergen zit met zijn ouders in maatschap en ze melken 190 koeien.  Het bedrijf ligt op de Wilpse klei en omvat 60 ha productief grasland en 11 ha agrarisch natuurbeheer in de uiterwaarden. Henrie kreeg dit jaar een Nuffield Scholarship met als onderzoeksvraag: ‘Hoe krijg ik meer grip op het voeren van mijn koeien?’ Om die vraag te beantwoorden maakt hij internationale studiereizen en zoekt hij actief naar nieuwe inzichten. Zijn ambitie is om het hele voerproces te vereenvoudigen. ‘Ik doe dit omdat ik leergierig ben en opensta voor nieuwe ontwikkelingen’, legt hij uit. In dat kader vroeg De Innovatie Coöperatie Henrie dit voorjaar om mee te doen met een haalbaarheidsonderzoek naar de effecten van Grassa op bedrijfsniveau. 

Grassa op bedrijfsniveau

Grassa is een initiatief dat uit gras het onbestendige eiwit perst. Dit eiwit kan dan tot waarde gebracht worden in de intensieve veehouderij of in voer voor huisdieren. Op termijn zou dit eiwit zelfs geschikt gemaakt kunnen worden voor humane consumptie. De melkveehouder zou dan niet alleen melkeiwit, maar ook graseiwit voor humane consumptie produceren. Het gras waar een gedeelte van het onbestendige eiwit uit is geperst, komt in balen terug naar de melkveehouder. Uit proeven bij de Dairycampus blijkt dat zo’n 40% van het rantsoen vervangen kan worden door dit geperste gras. Afhankelijk van het rantsoen blijft de koe dan dezelfde hoeveelheid melk produceren met een veel betere eiwitbenutting.

Haalbaarheidsonderzoek

Op initiatief van De Innovatie Coöperatie voerde DLV dit voorjaar een haalbaarheidsonderzoek uit bij vier melkveehouders. Daarbij werd gerekend met een deelname van 5 hectare per bedrijf, die het gehele groeiseizoen door Grassa wordt gemaaid. Het gras gaat naar een centrale locatie, waar het eiwit eruit geperst wordt. Het bewerkte gras komt vervolgens in balen terug naar de veehouder.

Henrie geeft aan dat uit het onderzoek komt dat voor de maatschap Van Steenbergen de eiwitbenutting duidelijk beter wordt. Dit betekent minder stikstofuitstoot en een BEX-voordeel waardoor er 175 m³ minder mest afgevoerd hoeft te worden. Henrie: ‘Natuurlijk is het een theoretische berekening, maar het geeft wel een goede indicatie. Door zo’n berekening krijg ik er meer gevoel bij.’

Lage drempel om in te stappen

Op de vraag wat deelname aan Grassa spannend maakt, antwoordt Henrie: ‘De balen die terugkomen geven wel iets extra werk en afval. Terwijl mijn onderzoeksvraag bij Nuffield juist gaat over hoe kan ik het voeren eenvoudiger maken. Dat botst een beetje.’ Toch ziet hij vooral kansen: ‘De drempel om in te stappen is laag. We hoeven niet te investeren en deelnemen met 5 ha gras is te overzien. Het project kan alleen slagen als het zowel voor de melkveehouder als Grassa financieel profijt geeft. Als de eiwitefficiëntie in de praktijk echt gaat toenemen, dan mag dat ook iets extra werk kosten. Als de pilot het komend jaar start, gaan wij wel meedoen.’

Lees meer over Grassa