De Innovatie Coöperatie
Menu
Resultaten bladbemesting - De Innovatie cooperatie

16/10/2025

Experiment bladbemesting vraagt om vervolg

‘Ik zou graag volgend jaar opnieuw een proef aan willen leggen met bladbemesting’, zegt
Mathijs Groot Koerkamp, melkveehouder in Harfsen. ‘Ondanks dat het weer niet meezat,
gaf het experiment dit jaar toch een positief resultaat’. In de vorige nieuwsbrief van De
Innovatie coöperatie schreven we al een artikel over de ideeën van Mathijs om te gaan
experimenteren met een door hem zelfgemaakte gefermenteerde bladmeststof. (klik hier:
Experiment gefermenteerde bladmeststof).

‘Nu we steeds minder mogen bemesten moeten we steeds meer gaan leunen op de
natuurlijke en biologische principes van gewasproductie en bodemvruchtbaarheid. Ik vind
dat een mooie uitdaging’, zei hij toen.

Ondersteund door De Innovatie coöperatie legde Mathijs, samen met Gijs van Schriek van
adviesbureau Groeikracht en Bram Janssen van mechanisatiebedrijf Sarink Elfrink een
proefveld aan op een perceel grasland op zijn bedrijf. Bram Janssen stelde voor de proef zijn
Tow and Fert machine beschikbaar voor het toedienen van de bladmeststof.

Meer weten over het project en resultaten?

Kom dan naar ons Agro Innovatie Event op woensdagavond 26 november 2025. We zijn te gast bij het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Oost-Nederland (CIVON) op de DRU in Ulft: een plek waar techniek en praktische innovaties samenkomen. Gijs en Mathijs zijn tijdens het event aanwezig om ervaringen te delen!

MEER INFO

Drie varianten vergeleken

Gijs ontwierp het proefveld en zorgde voor de verzameling en analyse van de data. ‘We
legden in duplo drie varianten aan in stroken van 9 bij 50 meter. De eerste variant betrof
bemesting met ureumkorrels, dan geef je de stikstof dus via de bodem. De tweede betrof
bladbemesting met ureum waaraan wat humuszuur was toegevoegd. En de derde was gelijk
aan de tweede met daaraan toegevoegd het door Mathijs gemaakte ferment. We hebben
de bemesting twee keer uitgevoerd, voor de eerste en voor de tweede snede. We hebben
de opbrengstverschillen van drie snedes gemeten, waarbij we voorafgaand aan de derde
snede helemaal niet hebben bemest.’
Gijs legt uit dat je voor en goede werking van bladbemesting het best aan het begin of eind
van de dag bij wat bewolkt weer de meststof kunt toedienen. ‘Eigenlijk dezelfde
omstandigheden waarbij akkerbouwers gewasbeschermingsmiddelen toedienen. Bij te
schraal weer en te felle zonneschijn loop je het risico op verbranding.’ Bij de tweede
bemesting waren de omstandigheden niet ideaal want te droog en te zonnig en dat heeft
het effect van de bladbemesting negatief beïnvloed. Het perceel kon ook niet worden
beregend.

 

Hogere N-opbrengst

Vooral de eerste snede gaf een opmerkelijk verschil te zien. De N-opbrengst van de twee
varianten met bladbemesting was toen significant hoger dan die van de korrelbemesting.
Dat verschil bleef aanwezig tot en met de derde snede. Het verschil in N-recovery was ruim
10%. Dat wil zeggen dat bij de bladbemesting het aandeel van de toegediende stikstof dat
werd teruggevonden in het gewas ruim 10% hoger was. Mathijs: ‘wanneer de
bemestingsnormen krapper worden, kan die 10% een belangrijk verschil zijn.’
Het toegediende ferment in variant drie gaf geen extra effect op de opbrengt te zien. Wel
bleken in die variant de gehalten aan mineralen en sporenelementen hoger te zijn, met
name die van Kobalt en Molybdeen. Deze mineralen zijn van belang voor de stikstofbinding
door vlinderbloemigen. Maar in dit proefveld kwam nauwelijks klaver voor. Wellicht dat het
ferment in bestanden met veel klaver wel een extra positief effect te zien gaat geven.

 

Vervolgexperiment

Gijs: ‘Daarom willen we een vervolgexperiment graag uitvoeren op een perceel met een
groter klaveraandeel.’ Mathijs vult aan: ‘Ja, en ik ben ook benieuwd naar het effect
wanneer de weersomstandigheden wat beter zijn bij het toedienen van de bladmeststof en
we het perceel eventueel kunnen beregenen. Ik verwacht dat het verschil in
stikstofopbrengst dan nog groter zal zijn. Ook zou ik dan meer snedes willen meenemen en
wellicht nog meer varianten willen testen’.
De conclusie is helder: Gijs en Mathijs zien perspectief en willen hier graag mee verder. De
Innovatie coöperatie gaat hen helpen met het organiseren en financieren van een
vervolgexperiment. Gijs: ‘bladbemesting wordt in de akkerbouw in granen en dergelijke al
veel toegepast, maar op grasland zijn er nog nauwelijks ervaringen of gegevens beschikbaar.
Nu we steeds meer op het scherpst van de snee moeten bemesten maakt dat zo’n
vervolgexperiment erg interessant.’